La Danseuse

Met dit ‘ongeluk’ is een embryonale versie van de serpentinedans geboren, jarenlang haar succesnummer, in flauwe imitaties vereeuwigd op film door onder anderen de broers Lumière, Georges Méliès en Alice Guy.

Loïes droom actrice te worden bergt ze op. Toch had haar vader dat gezien in haar, het meisje dat altijd zit te tekenen, te schetsen en dat de speeches uit de eenakter Salome van Oscar Wilde uit het hoofd kent. Een artieste zag hij in haar. En zij is bereid om zich door het leven te boksen, tot en met de zelfkwelling, ook al nadat ze het beeld van de met een speer doorboorde lenden van San-Sebastiaan had gezien. Haar ‘vlinderdans’ bouwt ze uit, ze verkort haar voornaam tot Loïe, wordt aangespoord om naar Frankrijk af te reizen waar ze vrij vlug in de Folies Bergère in het Parijs van de belle époque furore maakt.

De debuterende Franse filmmaakster Stéphanie Di Giusto voert in het majestueuze LA DANSEUSE een zeer mysterieus personage op, Graaf Louis Dorsay. Hij is er niet en toch is hij er altijd. Hij is niet onbemiddeld, en houdt zich sinds New York in Loïes schaduw op. Fungeert hij als een soort mecenas? Een anonieme aanbidder? Een enigmatische androgyne zonderling met een mateloze bewondering voor haar kunnen en een platonische liefde voor de artieste, ook al is Loïe Fuller niet echt een choreografe, zij “danst” enkel statisch. De serpentinedans is grootser, kleurrijker en spectaculairder dan ooit dankzij de nodige licht- en kleureffecten, fabuleus mooi gefotografeerd door de Belgische DOP Benoît Debie (Enter the Void, Springbreakers). Het zijn visuele hoogstandjes. Fullers fantasie kent geen grenzen. De elektriciteitsrekening mag dan de pan uit swingen, toch krijgt ze ook nog de beste zijde en ze laat zich op de scène omringen door een keur aan ballerina’s.

Maar haar gigantische, energieke show begint Loïe fysiek op te breken: haar kostuum is te zwaar waaronder haar rug te lijden heeft en haar ogen kunnen de lichtintensiteit tijdens haar show niet meer aan. Wel vaker wijkt Di Giusto in LA DANSEUSE af van het pad van de geijkte biopic en portretteert hij La Loïe als een gedreven, toegewijde artieste die alles zelf ontwerpt en uittekent, van de belichting tot haar gigantische witte jurk van zijde. En wier pad wordt gekruist door Isadora Duncan, een jong opkomend talent, een creatieve wervelwind. “Zij is een echte danseuse”, zal Loïe Fuller van haar zeggen. Op dat ogenblik is Fuller zich aan het voorbereiden voor een optreden in de Parijse Opéra, haar ultieme droom. Focust Di Giusto op kunst en het artiest zijn, haar hoofdactrice Soko (Voir du paysBye Bye Blondie) incarneert Loïe Fuller – ze trekt in feite het personage helemaal naar zich toe – als een artieste met passie. Wanneer de directeur van de Folies Bergère haar tot spoed aanspoort en zegt dat “het publiek komt om zich te amuseren”, antwoordt zij dat “dat voor haar niet genoeg is”.

Di Giusto toont hoe La Loïe de gevangene wordt van haar tomeloze ambitie. Bovendien staat de tijd niet stil. Met de komst van Isadora Duncan breken andere tijden aan. De debuterende Lily-Rose Depp geeft haar personage een lichtvoetige, gracieuze, bijna transparante vrouwelijkheid mee. Het beeld dat haar meteen fascineerde toen zij – ook al toevallig – op een schilderij (in het Louvre?) een engelachtige, sensuele vrouw zag: een hemelse schoonheid die behalve erotische dynamiek ook kwetsbaarheid en kracht uitstraalt. Isadora’s motto? “Ik dans voor de liefde!” 

Di Giusto laat deze twee innoverende choreografen uit het begin van de twintigste eeuw elk hun weg gaan, als artiesten van hun tijd. Er is meer dat de twee scheidt dan dat hen bindt. Met Isadora Duncan is definitief het tijdperk van de moderne, natuurlijke dans aangebroken.

Vorige

Resurrection

Volgende

Michiel Robberecht Over Peer Gynt

Laatste van Blog